Kunstenaars

Jorg Ridderbusch

"Tok Tok"

Tok Tok Vergroten
Tok Tok

Details

Gegevens van "Tok Tok"

 

Techniek Sloopstalen Haan/Kip voor binnen/buiten

Jaar 2019

Afmeting Haan 50 x 40 cm Kip 40 x 35 cm

Prijs€ 225/ € 170

KunstUitleenNiet vrijgegeven

KunstKoopRegeling25% Aanbetaling restant in 10 of 20 termijnen

Vraag direct een proefplaatsing aan

Biografie van

Jorg Ridderbusch

In 1984 richt­te Jörg Rid­der­bus­ch (1954, Fürste­nau, Nie­dersach­sen), samen met en­ke­le part­ners, het me­taal­con­struc­tie­be­drijf Rid­der­bus­ch Metal op. Het was een lo­gi­sche stap voor Rid­der­bus­ch, die ooit als bank­wer­ker/las­ser in de ma­chi­ne­bouw ac­tief was en daar­na naar Kenia ver­trok waar hij als le­raar be­trok­ken was bij de ont­wik­ke­lings­hulp.
 

Min­der lo­gisch lijkt de stap die hij en­ke­le jaren ge­le­den zette: het maken van aan­spre­ken­de me­ta­len beel­den van sloo­p­ij­zer en ander res­taf­val, onder an­de­re van sloop­au­to’s. Zo vond hij een nieu­we uit­da­ging in de Scho­ne Kun­sten. Rid­der­bus­ch be­geeft zich daar­mee wel­is­waar op een heel ander vak­ge­bied, maar blijft door de ge­bruik­te tech­nie­ken en ma­te­ri­a­len dicht bij zijn oor­sprong. Naast het pro­du­ce­ren van staal­pro­duc­ties, to­vert hij te­gen­woor­dig dus onder meer vo­gels, mui­zen en an­de­re die­ren op ij­ze­ren sok­kels. En van bij­voor­beeld trap­leu­nin­gen bouwt hij tro­nen voor ko­nin­gen en ko­nin­gin­nen. Daar­mee voegt hij emo­tie toe aan ma­te­ri­aal dat door velen als kil en ziel­loos wordt er­va­ren, ma­te­ri­aal dat zich bo­ven­dien aan het eind van zijn le­vens­cy­clus be­vindt. Dat kille ma­te­ri­aal ver­werkt hij op speel­se wijze en com­bi­neert hij met kleur­rij­ke fan­ta­sie­fi­gu­ren die zo uit een we­reld van sprook­jes en sagen lij­ken te zijn weg­ge­lo­pen. Het oude, ge­oxi­deer­de ijzer staat in schril con­trast met de vele kleu­ren waar­door de kunst­ob­jec­ten van Rid­der­bus­ch met­een in het oog sprin­gen en veel men­sen fas­ci­ne­ren. Het werk van Rid­der­bus­ch is zeer ge­schikt als bui­ten­kunst, van­we­ge de om­vang maar even­eens van­we­ge het ‘na­tuur­lij­ke’ ka­rak­ter: het roest­bruin van het ijzer en de fris­se, vro­lij­ke kleu­ren van de fan­ta­sie­die­ren. In een tuin of bui­ten­ruim­te fun­ge­ren zijn beel­den als ware ey­e­cat­chers waar het oog tel­kens op­nieuw weer naar af­dwaalt.